hou koers, stuurman
snelheid, vijf knopen
land in zicht, en mijn geheim nadert
land in zicht, en ik zie haar in de verte
schip aan de horizon
het water is niet kil
het water is een duikersbril
en de glazen staan niet wazig
het is mijn adem
daar, op de brug
een kapitein staat op de uitkijk
ik zie de eilanden
ik tel de nomaden
ze zijn ongetwijfeld prikkelbaar
en ze hebben verrekijkers
dus neem vooral je knikkers mee
afspraak op het strand
begrepen commandant
mijn schip is dra geland
mijn zodiac en noorderzon
viltstiften en bliksems
wat ik dan meebreng
van de verre einder ?
niet veel, slechts odes en vinyl
society en zoeklichten
everzwijn en Zulumunt
alle gekaapte goederen kortom
hobbelpaard en zeeschildpad
cederhout en slagtanden
om ze jou te tonen
bijenwas en telramen
zandlopers en wapens
enteren ! een schip op vinkenslag !
en vooral
jouw alles leidende gedaante
je flankvechters
soms zelfs je hoogsteigen verschijning
je kalme volle maan
mix tape
mijn bonus
mijn wapperende haren
satellieten zijn niet nodig
sneeuw in je stem vandaag
timbre vrij
verlangen schalks
wat precies was ik van plan
de jagerssporen in het zand ?
je taal mijn arsenaal
je radar mijn signaal
enfin, ik wachtte
tot ik lang genoeg de nacht in had getuurd
je kiel in mijn getij
mijn ziel in jouw gewei
tenslotte, we speelden maanbioscoop
en dat was sporadisch best te harden
haar huid een regenboog
haar kroon mijn hemelboog
nubisch onze duikers
schelpen in de duinen
de middag breekt aan
ik belijd mijn liefde
minariet
Toutatis admiraal
en grandioos galjoen
het stuiven van de zee
haar aanleg van de ochtend
mijn slipstream dream
mijn start en mijn verwondering
de precieze plek is pleite
maar de golven bruisen nog
Mercator reist wereldrond
en de meester eet garnalen
het moet ginds ergens zijn
daar, bij het maanzand
dat ik mogelijk zelf
in het gras heb laten vallen
ik reis per shuttle
want dat is eens zo wendbaar
automatische piloot
en zoevend langs obstakels
de witte zandbanken
de verzonken havens
mysterieuze bodemmonsters
maar met een borsteltje voor vingerafdrukken
keizer en keerkring
ons reisdoel Alfheim
je stem mijn stuurman
je troonsprong mijn canon
mijn lichaam je onderdaan
vertrappel niets maar stoor je niet
dwars hierlangs baant zich een weg
de duinen van de zee
de flanken van het rif
het ruisen van de boeg
de oude gouw en sage
je hebt de ruimte
je hebt niets te doen, niets bijzonders
maar vergeet niet op je hoede te zijn
ogen onder kapmantels kijken nauwlettend toe
brokken zijn snel gemaakt
soms zijn de landkaarten vaag
( en dan haast niet te vertrouwen )
Arcadië
ze lopen blootsvoets door de stad
en maken bootjes van papier
inboorlingen hier, dat weten we
hebben vreemde voorkeuren
’t is geen wonder
ze slaan niet aan het muiten
ze dragen kauwgom in hun haren
en denken elke dag aan carnaval
ze lijken koppig en verstrooid
maar weten steeds de weg
dat bevestigt ons kompas
dat vertelt mijn perkament
je zou het denken
maar we zijn hier niet alleen
daarop wijzen de sporen
hun adem onder de tong
hun fikse flukse tred
hun wonder mijn parcours
ze slaan niet aan het geeuwen
ze willen van geen wijken weten
ze beroven mij van mijn zinnen
hier en daar verschijnen ze naakt
maar ze stellen steeds dezelfde vraag
weigeren mag je in geen geval
al vergt een antwoord vele jaren
de goden klagen steen en been
op hen kan je bouwen
er is geen sprake van gezichtsbedrog
het interesseert hen ook geen bal
niemand verdient een rosse cent
ik ledig bekers van karton
tot aan de rand gevuld met grog
je vraagt je af
wat heb ik gegeten
ik denk na
hoe zal ik het je verklaren
ik hunker naar mijn sigaren
en zeg amen
Oberon en Titania
waar wij wonen
waar de buizerds wenken
en het wijsheidsbont doet gieren
waar faunen aankloppen komen nu
misschien omwille van de winterkou
op de ramen van de huizen
waar de waarde wijzen wonen
en de meeuwen glans en grenzen maken
daar hangt mijn zwaluwgewelf
daar beweegt mijn hertenelf
mijn poker, mijn yoga
o sonar
zonnedochter
maan in mijn schouder
salvolies en pauwentouw
kleiolie en swingoffensief
tapir en papier
en maar wel ik navigeer
amanten in mijn armen
waarhoos waasloos waterhoos
pleisterplaats van aalscholvers
touchscreen intuïtie
moerbeiboom en morgenkou
in werkelijkheid een raar geval
want Neo onderschat ons niet
kraaiennest en geuzenvlag
de grens van later
de wens van vader
de hoge scheepsbel luidt
drie keer klapperend alsof ze drinkt
attensie aan dek
onze strepen liggen beneden
onze schepen zijn vrij
als parelvissers
buit
raadsels
onontdekte gronden
dit is de laguna
mijn steigers van verlangen
hier ligt de kauwzucht van ons wier
dieper is hier de bodem van geluid
broos maar als brons
dobbert hier mijn lied
er is altijd vraag
naar het onbekende
( tout court )
in zekere zin zijn wij heiliger
dan piraten
veiliger ook
we komen zelfs langszij bij de koning
soms knipt die met zijn vingers
uit bewondering
een Chinese jonk moet stevig zijn
en makkelijk kunnen keren
we hebben wel artillerie aan boord
maar niet te veel, want dat is te zwaar
( zo verklaar ik mijn argwaan
zo herwin ik mijn geloof )
zo is mijn bolide
zo is diens zeil
een riddersidder praatparade
iets voor Pyramus en Thisbe
( je zal aan het werk moeten
met postzegels en zo )
er zijn havensteden en hanzen
attach me
er is nood aan dans en expressie
niet aan een toren van Babylon
Nova Zembla
het herhalen van gebaren
dat is mijn ervaring
zo duw je best je schip
want zo vermijd je de klip
dan duik je niet lukraak
en mijd je het gevaar
zo tracht ik het althans
zo winnen we belang
aan privacy en zang
zo ronden we de kaap
en gaan de lichten groen
zo is het best te doen
zwemmen met Atlantis
en dan is het nogal praktisch
de voorrangen van links
en haastig kijken kan je niet
sirenen en vulkanen
geluiden en illusies
verwarrend alleszins
vooral in het begin
voorzichtigheid van taal dus
zo zijn de geboden
dat en aardig zijn
( of weet je dat dan niet ? )
Comments