top of page

klopgeest




Ik ben onbemand, ik ben de tand van een marge

i.e. de tollenaar, er wordt getalmd in mijn kibboets.


Met Michelin in mijn handen, met onbeslagen riemen

met een dek vol brandhout, voor een laatste kampvuur

en

om spaarzaam te zwijgen, over de gloed van zachte zonnestralen


ben ik, met ondermaatse inzet en met ingehouden rook

uitgevaren

met een bowlingbal onder mijn jekker, al kom ik niet ver.


En ik ben geen muildier – de vloek van het water

is niet de regel, een Superwoman

slechts een open wonde in mijn hersenen, een Tintenkiller.


Lulu

ofte de blanke dame, terwijl haar raadsel

wees gezeten, klauw en hinnikend, in mij


met neergeslagen ogen

en combinatievol

ontkiemt


zoals het keerpunt van de schildwacht

en van de bajonet


verzameld wordt

in het tweelicht en van ons de walvisvaarders.


Ik krijg een heilige schrik eens ik ’t goed begin te weten,

omdat ik ouder word, jongen omdat ik op de drempel zit

van je waarneming.


Ben Goerion die een land stichtte in de schaduw van waar

ik om bid.


5 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

コメント


Post: Blog2 Post
bottom of page